Track and Trace Service: verschil tussen versies
(→Technische handleiding) |
(→Technische handleiding) |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
=Technische handleiding= | =Technische handleiding= | ||
− | #[[Het Simple Object Access Protocol | + | #[[Het Simple Object Access Protocol Track and Trace Service|Het Simple Object Access Protocol]] <BR> |
− | #[[Ophalen en bijwerken Status | + | #[[Ophalen en bijwerken Status Track and Trace Service|Ophalen en bijwerken Status]] <BR> |
− | #[[Voorbeeld SOAP berichten | + | #[[Voorbeeld SOAP berichten Track and Trace Service|Voorbeeld SOAP berichten Track and Trace Service]] <BR> |
Versie van 15 apr 2021 om 11:25
Inleiding
Met de TracknTraceService kunt u statussen van aanvragen ophalen en bijwerken. Vervolgens kunt u het gehele traject van voortgang, wijziging of afwijzing van deze aanvraag in uw bestaande proces integreren met andere, aanvullende, services.
Het gebruik van de TracknTraceService voor Mijnaansluiting.nl (LIP+) wordt beschikbaar gesteld via de Enterprise Service Bus (ESB) van het Digitaal Service Platform (DSP) van Mijn Aansluiting.
Samenvatting
Dieze pagina's beschrijven alle technische details van de TracknTraceService. Allereerst vind u de technische randvoorwaarden, vervolgens wordt het SOAP-protocol kort toegelicht.
Vervolgens worden aan de hand meest voorkomende scenario’s use cases met bijbehorende voorbeeld requests en responses gegeven. Deze voorbeelden vormen een leidraad voor implementatie in uw omgeving/systeem dat verbonden is met de ESB.
Daarna wordt de samenstelling van het berichten voor de TracknTraceService uitgewerkt. Iedere beschikbare remote-procedure-call wordt met de bijbehorende parameters uiteengezet, alsook de terugkerende waarden.