Het platform: verschil tussen versies

Uit DSP
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Uitwisselen van berichten)
(Gebruikte techniek)
Regel 19: Regel 19:
  
 
=Gebruikte techniek=
 
=Gebruikte techniek=
In het technisch platform van het DSP zijn 4 (identieke) applicatieservers beschikbaar; Development "dev", Test "tst", Quality Assurance "qas", Production "www". De test omgeving is voor deelnemers beschikbaar om service en unittests uit te voeren. De Quality Assurance wordt gebruikt voor het uitvoeren van technische-, functionele- en ketentesten.
+
In het technisch platform van het DSP zijn 4 (identieke) applicatieservers beschikbaar.  
<br>
+
 
<br>
+
De testomgevingen (DSP-TST en DSP Analytics (TST)) worden door Mijnaansluiting.nl gebruikt om testen uit te voeren. Dat betekent dat deze omgevingen niet altijd beschikbaar zijn. Deelnemers kunnen gebruik maken van deze omgevingen om bijv. connectiviteits- en integratietesten incl. DSP te kunnen doen.
 +
 
 +
De A-omgevingen (DSP-QAS en DSP Analytics (QAS)) zijn in principe bedoeld voor ketentesten tussen de deelnemers.
 +
 
 +
 
 
De applicatieservers zijn via loadbalancers & firewalls verbonden met de deelnemers.
 
De applicatieservers zijn via loadbalancers & firewalls verbonden met de deelnemers.
* Inkomend: dev.dsplatform.nl (development)
 
 
* Inkomend: tst.dsplatform.nl (test)
 
* Inkomend: tst.dsplatform.nl (test)
* Inkomend: qas.dsplatform.nl (quality assurance)
+
* Inkomend: qas.dsplatform.nl (acceptatie)
* Inkomend: www.dsplatform.nl (production)
+
* Inkomend: reg.dsplatform.nl (regressie)
* Uitgaand verkeer (op basis van een outbound whitelist)
+
* Inkomend: www.dsplatform.nl (productie)
 +
 
 +
Uitgaand verkeer naar de deelnemers gebeurt op basis van een outbound whitelist.
  
 
=Uitwisselen van berichten=
 
=Uitwisselen van berichten=

Versie van 4 mrt 2019 om 12:34

Basisprincipes DSP

Bij het doorlopen van het opdrachtproces bewaakt het DSP de overeengekomen business rules.

  1. Minimale informatie van de opdracht (adres, aannemer, netbeheerder, etc.) wordt eenmalig opgeslagen.
    • In latere berichten worden deze gegevens niet opnieuw verstuurd.
  2. Bij de start van het opdrachtproces worden het OpdrachtID, de aannemer en de netbeheerder aan elkaar gekoppeld.
    • Op basis van het OpdrachtID wordt bepaald of een netbeheerder/aannemer een actie mag uitvoeren voor een opdracht en of deze juist is geadresseerd.
  3. Een bericht wordt alleen verwerkt als het opdrachtproces zich in de juiste status bevindt.
    • Er is altijd maar 1 partij verantwoordelijk voor de volgende stap in het proces. (bijvoorbeeld; als een verzoek tot bijstelling is gedaan door de aannemer moet de netbeheerder de herziene opdracht hebben verstuurd voordat de aannemer een technischgereedbericht mag versturen).


Er zijn 2 uitzonderingen op 3a:

  1. Het versturen van een verzoek tot annuleren door de netbeheerder tussen versturen opdracht en ontvangen TG. Hierdoor wordt het reguliere proces beëindigd en start het annuleringsproces.
  2. De aannemer kan meerdere planningberichten na elkaar sturen zonder tussenkomst van een bericht van de netbeheerder.

Gebruik van het Platform

De deelnemers communiceren via het DSP met synchrone webservices met elkaar. De primaire taak van het DSP hierbij is het valideren, ontvangen en afleveren van aangeboden berichten. Het DSP valideert aangeboden berichten t.o.v. de afgesproken XSD’s en de status van het proces (bijv. een opdrachtgereed bericht wordt pas verwerkt als de relevante AG’s succesvol zijn beoordeeld). Als een bericht is verwerkt heeft het DSP de verantwoordelijkheid om het bericht bij de geadresseerde af te leveren. Zie Aflevergarantie DSP.

De communicatie met het DSP is beveiligd via encryptie op basis van SSL Tunneling, authenticatie en autorisatie.

Gebruikte techniek

In het technisch platform van het DSP zijn 4 (identieke) applicatieservers beschikbaar.

De testomgevingen (DSP-TST en DSP Analytics (TST)) worden door Mijnaansluiting.nl gebruikt om testen uit te voeren. Dat betekent dat deze omgevingen niet altijd beschikbaar zijn. Deelnemers kunnen gebruik maken van deze omgevingen om bijv. connectiviteits- en integratietesten incl. DSP te kunnen doen.

De A-omgevingen (DSP-QAS en DSP Analytics (QAS)) zijn in principe bedoeld voor ketentesten tussen de deelnemers.


De applicatieservers zijn via loadbalancers & firewalls verbonden met de deelnemers.

  • Inkomend: tst.dsplatform.nl (test)
  • Inkomend: qas.dsplatform.nl (acceptatie)
  • Inkomend: reg.dsplatform.nl (regressie)
  • Inkomend: www.dsplatform.nl (productie)

Uitgaand verkeer naar de deelnemers gebeurt op basis van een outbound whitelist.

Uitwisselen van berichten

Communicatie met het DSP gebeurt op basis van het SOAP 1.1 protocol: Er wordt een XML bericht gestuurd en de ontvanger dient met een synchrone response te antwoorden. Dit kan een zogenaamde "OK"-response zijn of een SOAP Fault. Een "OK"-response is een XML bericht dat voldoet aan de MT_CommonResponse definitie (te vinden in de WSDL's).

SOAP Faults dienen door deelnemers alleen gebruikt te worden bij technische, oplosbare problemen. Het DSP zorgt ervoor dat berichten aan de afgesproken algemene technische en functionele afspraken voldoen. Denk hierbij aan validatie ten opzichte van de XSD's en functionele validaties van het AGAssets bericht.

Indien een bericht niet voldoet aan specifieke afspraken tussen een netbeheerder en aannemer zal de ontvanger toch altijd een "OK"-response als antwoord naar het DSP moeten sturen. Vervolgens kan de ontvanger een Bijstelling of Beoordeling bericht sturen om het niet voldoen aan de specifieke afspraken terug te koppelen. Indien deelnemers zich hier niet aan houden kan het proces vastlopen, omdat het DSP een bericht nooit succesvol afgeleverd zal krijgen.

Het DSP hanteert een timeout van 5 minuten en zal een bericht na 5 minuten beschouwen als niet afgeleverd en een foutafhandelingsproces starten om aan de Aflevergarantie DSP te voldoen.