Automatische partij

Uit DSP
Ga naar: navigatie, zoeken

Uitganspunten

In het kader van het goed kunnen doorlopen van dit stappenplan en voor een stuk verwachtingsmanagement is dit document gebaseerd met de volgende uitgangspunten in het achterhoofd.

  1. De organisatie bestaat reeds op het LIP (minimaal op acceptatie).
  2. Medewerkers hebben reeds toegang tot het LIP (minimaal op acceptatie).
  3. De organisatie heeft reeds te kennen gegeven dat zij een automatische koppeling wil gebruiken. Organisaties kunnen en zullen niet automatisch worden gekoppeld als daar niet expliciet om gevraagd is.
  4. De organisatie heeft zelf de kennis en expertise in huis die nodig is om de technische en functionele configuratie, welke geen onderdeel is van het LIP, te maken, testen, corrigeren, en op te leveren.
  5. De organisatie werkt actief mee aan het eind resultaat. De werkzaamheden kunnen namelijk niet eenzijdig worden uitgevoerd.
  6. Er is geen sprake van een recht of leveringsplicht vanuit Mijnaansluiting.nl en aan dit stappenplan zijn dan ook geen planningen of SLA afspraken gekoppeld. De behoeften hiervoor worden of zijn individueel vastgesteld op het niveau van de stichting (Mijnaansluiting.nl) in samenspraak met beide partijen; Mijnaansluiting.nl als leverancier van het LIP en de organisatie als afnemer.
  7. De interface die door Mijnaansluiting.nl wordt geleverd is generiek en geldt voor alle organisaties. Hiervan zal niet worden afgeweken en expliciet individuele configuraties zijn derhalve uitgesloten van oplevering. Als een organisatie technisch niet in staat is om te koppelen met het LIP, dan is het LIP niet gehouden aan de afspraken om de koppelingen te realiseren.
  8. De interface is gebaseerd op het gebruik van webservices en de definitie zoals aangeleverd door de stichting MA.nl is leidend.
  9. De organisatie is zelf verantwoordelijk voor het volledig doortesten van de connectiviteit in combinatie met de functionaliteit. Vanuit Mijnaansluiting.nl zal alleen het gezamenlijke technische aspect worden getest.

Stap 1: Kiezen van de te gebruiken webservices (deelnemer)

De interface bestaat uit verschillende webservices met daaraan verbonden verschillende functies.
De mogelijke webservices die er bestaan staan hieronder in de tabel weergegeven, met een korte omschrijving van hun functie.

Naam webservice Type Initiator Omschrijving functie
AanvraagService Push LIP Maakt het mogelijk om de aanvragen, nadat deze zijn aangeboden door de klant, direct door te sturen naar de organisatie. Het betreft hier alleen het bericht, niet de bijlagen.
PullService Pull Deelnemer Openstaande aanvragen kunnen op basis van status of op basis van het feit dat ze niet via de AanvraagService zijn aangeboden, worden opgehaald uit het LIP. Tevens kan middels de PullService ook de beschikbare bijlagen en Aanvraag PDF worden opgehaald (per aanvraag).
IntakeService Push LIP Let op! Deze functie is alleen beschikbaar voor Netbeheerders. Klanten kunnen vragen invullen die relevant kunnen zijn voor de offerte functionaliteit. Deze vragen worden gedurende het aanmaken van de aanvragen (voordat deze officieel door de klant is verstuurd) worden aangeboden aan de organisatie, die hier een antwoord op kan formuleren.
IntakeCallbackService Push LIP Let op! Deze functie is alleen beschikbaar voor Netbeheerders. Wanneer niet direct een antwoord geformuleerd wordt op de vragen, dan is het mogelijk om een eigen antwoord vanuit de organisatie zelf te pushen via deze service. De antwoorden dienen wel binnen drie minuten te worden aangeboden.
TracknTraceService Push & Pull Deelnemer De mogelijkheid voor organisaties om per aanvraag informatie retour te sturen, zoals status updates, planningsdata, afmeldingen e.d. Tevens is het mogelijk om informatie op te halen op basis van bijvoorbeeld de status.

In principe zijn de onderstaande combinaties mogelijk dan wel aan te raden:

Service \ Aanvraag Alleen ophalen Basis Basis+Intake* Uitgebreid Uitgebreid ophalen Totaal*
AanvraagService X X X X
PullService X X X X X X
IntakeService X X
IntakeCallbackService X X
TracknTraceService X X X

* Deze configuraties zijn alleen mogelijk voor Netbeheerders.

Let op! Het wordt over het algemeen afgeraden om alleen de Aanvraag Service te implementeren. Een beter alternatief is dan het ophalen van de aanvragen via de Pull Service, omdat niet af te leveren berichten via de Aanvraag Service niet opnieuw kunnen worden genereerd als deze niet kunnen worden afgeleverd of niet juist zijn verwerkt aan de zijde van de organisatie.

Stap 2: Inrichten gekozen webservices

Wanneer de deelnemer de gewenste webservices heeft gekozen, dienen deze op 3 plaatsten te worden aangepast:

  1. LIP (dient aan te worden gevraagd bij het LIP team)
  2. ESB van DSP (dient aan te worden gevraagd bij het DSP team)
  3. Deelnemer (dient de deelnemer zelf uit te voeren)

Op de volgende Wiki pagina staat welke data er nodig is om de Deelnemer aan te sluiten op ESB:
https://wiki.dsplatform.nl/index.php/LIP:_switchen_van_v0102_naar_v0103

De opdrachtgever stemt met de functioneel beheerder van Mijnaansluiting.nl af wanneer de werkzaamheden naar verwachting afgerond zullen zijn.

In eerste instantie is de verwachting dat de werkzaamheden bij de organisatie, vanuit het functionele perspectief, alleen op acceptatie zullen worden afgerond, waarna er getest kan worden op de acceptatie omgeving.

Stap 3: Testen van de webservices

Als de technische en functionele inrichting aan beide zijden op orde is, dan kunnen de testen op de acceptatie omgeving worden ingepland en uitgevoerd.

Primair zal de functioneel beheerder van Mijnaansluiting.nl een connectiviteitstest inplannen om de werking van de connectie af te stemmen met de organisatie.

De organisatie is zelf verantwoordelijk voor het inhoudelijk testen van de koppeling en de verwerking van gegevens in de eigen backend.

In principe kunnen deze functionele testen los worden uitgevoerd van de controle op de connectiviteit.

Het doel van het testen is om:

  1. Te valideren dat de verbinding conform de vereiste specificaties functioneert.
  2. Te valideren dat de berichten inhoudelijk goed kunnen worden verwerkt binnen de systemen van de organisatie.

Als beide punten volledig zijn afgerond, kan de uitrol naar productie worden uitgevoerd.

Stap 4: Uitrol naar productie

Om te kunnen implementeren op productie moeten de volgende zaken op orde zijn:

  1. De technische configuraties moeten aangepast zijn op productie zowel bij de deelnemer als bij LIP en ESB.
  2. De connectiviteit is door de deelnemer en Mijnaansluiting.nl gevalideerd op acceptatie.
  3. De functionaliteit / berichtinhoud is door de deelnemer getest en akkoord bevonden.

Als aan alle drie de voorwaarden is voldaan, dan kan de deelnemer de implementatie doen op productie.

Als de deelnemer heeft aangegeven dat de implementatie op productie is geslaagd, dan zal de technisch beheerder van LIP ervoor zorgen dat de configuratie vanuit LIP in gebruik kan worden genomen.