OpdrachtID
Uit DSP
OpdrachtID dient te worden opgebouwd uit:
1) Een netbeheerder specifieke prefix van 4 karakters: 3 letters en een verbindingsteken: XXX-
2) Gevolgd door een vrij te kiezen string
Voorbeelden van valide notaties:
LIA-006004999087
SYN-2631641
ENX-S-411850
DNW-4882661-W
DUN-SM_000137581
WLI-20000075
Tabs, CR en linefeeds worden genegeerd
OpdrachtID moeten uniek zijn. OpdrachtIDs dienen slechts éénmaal te worden verstrekt. Wanneer een OpdrachtID de eindstatus heeft bereikt (Opdracht gereed of annulering gereed) en dezelfde opdracht dient opnieuw te worden verstrekt dient een niet eerder gebruikt OpdrachtID te worden gebruikt.